donderdag 11 maart 2010

Met Maryono Naar Sumba (deel 5)


De volgende morgen werd ik wakker met een houten kop, “sterke” drank in Indonesie begin er niet aan want je lever gaat naar de kloten.

Veel buitenlanders die in Indonesie wonen beginnen na werktijd en dat is rond een uur of 3 in de middag alcohol te zuipen,(Jalan Jaksa in Jakarta en Prawirotaman I en II in Yogya zijn hiervan goede voorbeelden) voeren dan van die zogenaamde intulectuelen gespreken, maar meestal is het is het niet meer dan dronkemans gebral, zeurpieten die hun eigen vervelen en hun vertier in alcohol zoeken. Zielig maar voor een ander is dit pure leedvermaak, let eens op de vriendinnen of vrouwen van deze buitenlanders, die hun eigen doodvervelen, met telefoon in hun hand proberen contact te maken met de buitenwereld, maar als schoothondjes blijven ze naast hun “vriend “ zitten, ik heb veel aangename momenten beleeft om dit uiterst vermakelijk tafereeltje te bekijken en ik kan iedereen aanraden om dit ook eens te doen.

Na een douche te hebben gepakt, koffie te hebben gedronken en een sigaretje te hebben gerookt ben ik gaan ontbijten. Het plan voor vandaag was om die 2 meiden te gaan bezoeken die voor VSO in Waitabula werkte en ook al had ik geen adres, 2 grote blonde vrouwen in de verpleging moet geen al te groot probleem zijn. Na het ontbijt ben ik op de motor gestapt en rond een uur of 10 was ik op weg. Verdwalen kun je niet op Sumba er loopt namelijk maar 1 weg van west naar oost. Het was lekker weer, mijn helm had ik ondertussen al afgezet, politie schijnt hier niet te zijn, en zo was ik lekker op mijn gemakje op weg. Naar Waitabula was ongeveer 40 kilometer en met de motor is dat toch nog minimaal 2 uur, maar ik had tijd genoeg wie maakt me wat. Veel mensen kwam ik niet tegen onderweg en ook dorpjes zijn maar dunbezaaid hier. Na diverse stops te hebben gemaakt, genoten van de mooie uitzichten werd het op een gegeven moment toch weer wat drukker op de weg, tijd dus om mijn helm op te zetten want ik naderde terug beschaving. Waitabula is ook al weer zo’n rustig stadje, waar weinig te doen of te zien is, er schijnt 1 maal in de week een grote markt te zijn.

Ik had honger en al snel vond ik een warung Java, waar ze bakso, mie ayam en soto verkochten, het werd soto ayam met een paar stukken tempe en es jeruk tawar, het smaakte goed zodat nog snel een portie bestelde. Ondertussen was ik aan het rondvragen of iemand wist waar die meiden waren, en je weet hoe dat gaat in Indonesie, iedereen heeft een mening, ze werken daar of nee, daar, logeren hier maar het kan ook daar zijn, hulp krijg je genoeg maar echt een zinnig en nuttig antwoord komt er zelden uit. Na afgerekend te hebben ben ik een rondje door het stadje gereden, hier en daar nog een nagevraagd maar ik heb ze niet meer kunnen vinden, het werd 14:00 uur en als ik nog een beetje op tijd ( voor het donker werd) terug in mijn hotel wou zijn moest ik nu vertekken.

Later sprak ik een VSO vrijwilliger in Surabaya die vertelden dat alletwee deze meiden al na een maand terug naar Engeland en Nederland zijn gekeerd, omdat ze niet tegen het leven op Sumba konden. Werden constant nagekeken door de mannen, er was geen vertier, cafe’s zul je niet vinden op Sumba en waar ze ook niet aan konden wennen was hun woonsituatie.

Veel zullen nu denken, is die Maryono nu helemaal voor niets naar dat stadje gereden, maar ik zie dat zo niet, ik heb contact gehad met de bevolking, lekker gegeten, heb van het kleine stadje en van de uitzichten genoten, bovendien wat is nu leuker dan een speurtocht op een vreemd eiland, nee ik heb geen verspilde dag gehad. Voor mij is dit vakantie, ik had natuurlijk ook op het strand van Kuta kunnen gaan liggen, maar dat voelt voor mij nu juist aan als een verloren dag.
Terug naar Waikububak ging natuurlijk veel sneller, nog vlug de benzinetank laten vullen en hup gas erop en gaan, ik was nog geen uur aan het rijden toen in volle snelheid bergaf mijn achterwiel als een gek begon te trillen. Met moeite hield ik mijn stuur recht en zonder te crashen kwam ik tot stilstand. Daar stond ik dan nog minstens een kilometer of 20 voor Waikububak in de middle of nowhere met een lekke band. De motor kon ik natuurlijk niet laten staan en ben dan maar volle goede moed gaan lopen met de motor aan de hand en na een minuut of 20 lopen kom ik een huisje tegen. De bewoners hulpvaardig als altijd, nam snel de motor over, nodigde mij uit om voor het huisje plaats te nemen, een bakje thee te drinken en nadat ik mijn sigaretten had laten rondgaan, gingen 2 jonge gasten aan het werk met mijn motor. Nadat ze de binnenband van de velg hadden afgehaald werd er een of andere klem tevoorschijn gehaald, hierop werd een vuurtje gestookt, uit een oude binnenband werd een plakker geknipt, de binnenband werd met het gat en plakker op de klem met vuur gelegd, ik hield mijn hart vast, want ik dacht dit gaat fout, maar nee hoor, nadat ze wat onduidelijke dingen deden, werd de klem weer losgedraaid en de band werd even apart gelegt. Nadat ik nog een bakje thee kreeg, werd de band weer terug op de velg gelegd en kwam er toch nog een ongemakkelijk moment voor mij, want wat moet ik hun betalen. Op Java koste dat toen RP5000, Ik had ondertussen voor die 2 gasten elk RP10000 in mijn zak gestopt en toen ik hun bedankte en het geld in hun hand stopte, bleek het nog niet eens nodig te zijn, gratis, na wat overredingskracht van mijn kant, hebben ze het toch aangenomen, Sumba het eiland van de aardige mensen. Ik kon weer op weg en kwam nog net voor het donker aan in het hotel.

In het hotel trof ik een chagerijnige reisgenote, die vroeg waar ik een hele dag was geweest. Ik wist niet dat ik verantwoording moest afleggen over mijn doen en laten dus ik schoot in de lach, waardoor ze nog chagerijniger werd. Ik zei dat ik eerst ging douchen en als ze wou lopen chagerijnen ze maar ergens anders moest zijn. Later zijn we in het hotel wat gaan eten en ze vertelde dat ze had afgesproken met haar neef dat wij daar in de middag op visite kwam, Ik zei: “als je afspraken wilt maken zou het leuk zijn als je mij ook zou verwittigen”. Blah, blah, blah een hele story, waardoor weer eens duidelijk wordt dat veel Indonesiers denken dat de wereld alleen om hun draait, de sfeer was nog niet verpest, maar er was toch iets veranderd er was een duidelijke spanning voelbaar.

Over de 2 volgende dagen kan ik zeer kort zijn, regen van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat dat met bakken uit de lucht vallen kwam vallen, en die de straten in kleine riviertjes veranderen, kortom weer om binnen te blijven. 2 Verspilde dagen waar ik alleen nog een keer de belofte van mijn reisgenote ben nagekomen om bij die neef langs te gaan, want een zeer gezellige middag en avond is geworden. Deze regen dagen verkorte ook mijn mogelijkheden om nog dingen te gaan ondernemen op Sumba, over 4 dagen zou ik namelijk weer terug moeten zijn in Waingapu om de boot terug naar Bali te halen. Wat ook vervelend was dat ik door de regen waarschijnlijk een kou had opgelopen waardoor ik nu al een dag of 2 liep te kuchen en er koude rillingen mijn rug liepen.
In overleg met mijn reisgenote zou ik de laatste 1,5 dag in Anakalang verblijven en de omgeving daar op mijn gemakje gaan bekijken, ook zou ik nog een dag een bemo huren om de omgeving van Wejewa Timur te gaan bekijken. Wat ik noodgedwongen heb moeten schrappen is een 2 daagse tocht ten zuiden van Waikabubak wat een geweldige kust moet zijn met mooie stranden en een ruige surf.

(bersambung)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten