zaterdag 6 maart 2010

Met Maryono Naar Sumba (deel 1)


Het was de eerste en enige keer dat ik echt ziek ben geweest in Indonesië. Doodziek, zwetend en moederziel alleen lag ik ergens op Bali in mijn hotelkamer. Waar ik mij met moeite 2x per dag uit bed sleepte om wat te gaan eten, en was dat eten na 2 kleine hapjes alweer beu. Mijn verstand zei dat ik naar de dokter moest, maar ik wilde perse terug naar Yoga naar mijn vertrouwde omgeving, was bovendien bang dat ik in het ziekenhuis zou worden opgenomen, en had daar geen zin, tenminste niet op Bali waar ik voor de rest niemand kon. Op een gegeven moment wist zeker dat ik malaria had, op het doosje van Lariam las ik iets over zelfmedicatie (bij noodgevallen ;-) ), dus nam ik 2 tabletten Lariam in ( de derde van die week ) en mijn vrienden daarvan ga je trippen, wat een enge en levendige dromen krijg je daarvan, een ervaring die ik niet meer wil meemaken. Wonder boven wonder knapte ik hierna toch iets op, genoeg om de bus terug naar Java vast te leggen. 2 dagen later was ik dan eindelijk terug in Yogya, waar ik de volgende dag naar het ziekenhuis ben gebracht en ik mij eigen grondig binnenste buiten hebben laten keren. Gelukkig wist ik snel dat het geen malaria was, maar wat ik precies heb gehad is mij nooit duidelijk geworden, ik heb 2 antibiotica kuren ondergaan en ben nog een paar weken goed zwak geweest, gelukkig kwam de eetlust ngzamerhand weer terug en was ik op tijd klaar om een volgende tocht te ondernemen, namelijk voor mijn toen nog 2 maandelijkse visumtrip naar Singapore.

Sumba,

De in mijn ogen overgewaardeerde Lonely Planet schrijft hierover;
A great ladder once connected heaven and earth. The first people used it tocome down to earth and settle at Cape Sasar, on the northern tip of the Island – or so the myth goes. Another Sumbanese tale …………………blah blah blah.

Sumba dus, ik woonde net een paar maanden in Indonesië, en een kennis van me vroeg, Mas, mau ikut aku pulang kampung ke Sumba? Ik had alle vrijheid van de wereld, ik was bovendien net klaar met mijn “cursus Bahasa Indonesia” dus ik dacht waarom niet. Ik had op wat toen nog Puri Bahasa Indonesia heette 2 meisjes (Nederlandse en Engelse) ontmoet die voor VSO in de verpleging gingen werken in Waitabula aan de westkust van Sumba, die kon ik dan gelijk gaan bezoeken. Maar wat wist ik van Sumba, helemaal niets ik had een LPtje, dus ik vroeg aan mijn kennis, hoe gaan we er naar toe, zij kijkt mij een beetje vreemd aan, met de Pelni boot natuurlijk. In die tijd was ik nog namelijk nog zo naïef om te denken dat iedereen zomaar een vliegtochtje kon bekostigen. Maar het vervoer voor de gewone Indonesiër is bus, trein en boot, vliegtickets zijn voor de meeste Indonesiërs niet te betalen. We zouden vertrekken vanaf Benoa, Bali. Zij was al op Bali en zou voor mij een ticket kopen. Rp 100.000 koste dat, ik vond dat wel erg weinig voor bijna 2 dagen varen maar ach ja, zoals al eerder gezegd, ik was een paar maanden in Indonesië en wist nog van niets. We spraken af om elkaar s’morgens ergens in Kuta te ontmoeten, om nog samen te gaan eten voordat we naar de haven vertrokken. Nadat we hadden gegeten en snel nog wat snacks, water en popmi hadden ingeslagen, hielden we een taxi aan die ons naar de haven zou brengen. Het avontuur kon beginnen.

En een avontuur werd het, als ik vantevoren had geweten wat mij te wachten stond, had ik het helemaal anders aangepakt. Aangekomen in de haven kwam ik in een grote georganiseerde chaos terecht, iedereen liep of lag door elkaar. Maar op de een of andere manier wist iedereen toch precies wat ze moesten doen of laten. Terwijl ik mij zat af te vragen, wat ik moest doen, waar ik mij moest melden, waar ik mijn ticket moest laten zien. Zette mijn reisgenote zich op haar gemak op een bankje, maakte een praatje met bekenden kortom zij voelde zich helemaal op haar gemak in deze chaos. Natuurlijk kreeg ik ook mijn portie aandacht, een grote blanke op een Pelni boot is nog steeds een bijzonderheid, zeker als je richting oost gaat. Ik kan hier wel als een stoere gozer gaan roepen dat het me helemaal niets deed en me zonder problemen door de menigte bewoog, maar een ieder die net in Indonesie rond loopt, weet dat die aandacht overweldigd is, te veel kan worden en ik voelde mij er eigen erg opgelaten door. Gelukkig was na een uurtje het nieuwe er wel af en werd ik min of meer met rust gelaten. Ondertussen was de boot ook al aan komen varen, dus de aandacht werd toch van mij naar dat schip gelegd.

Nadat het schip had aangelegd begon de grote volksverhuizing, mensen die van boord ging, bagage werd uitgeladen terwijl wij ons steeds verder naar voren probeerde te dringen, waarvoor wist ik nog steeds niet, we hadden toch een ticket. Op het moment dat wij aan boord konden gaan, op zoek naar onze hut begreep ik ineens waarom onze ticket zo goedkoop was. We kwamen namelijk terecht op een slaapzaal voor zo’n 100 mensen onder elkaar. Jankende kinderen, hoesten en rochelende mensen, hoogzwangere vrouwen, kettingrokende mannen, echt alles lag door elkaar. Eenmaal een goed slaapplaatsje te hebben gevonden een matje op een verhoging, kwamen de porters met de bagage aan en wat die lui allemaal meeslepen ik weet het niet, ons redelijke “comfortabel” hoekje werd al snel omringd door stinkende manden, kooien met kippen en vogeltjes, balen en dozen met onduidelijke lading, ondertussen dacht ik maar aan één ding gezellige boel gaat dat hier worden.
Nadat we dan toch min of meer ons plekje hadden veilig gesteld, ik een beetje onwennig en zenuwachtig heen en weer aan het lopen was, mijn kleine ransel snel had gevuld met al mijn geld, paspoort en fotocamera, zodat ik die dicht bij mij kon houden, gingen we terug naar boven om afscheid te gaan nemen van Bali, natuurlijk constant denkend aan mijn reistas met kleren en of ik die straks niet geplunderd terug zou vinden.

(hier wil ik een kleine opmerking bij plaatsen, mensen uit Oost Indonesia kunnen veel beter van iemand spullen afblijven, dan bijv. mensen van Java en Bali. Kijk zeker ook uit voor bepaalde medebekpekkers, vooral die na 3 maanden reizen er al uit zien of ze hun kleren uit een zak gebruikte kleding voor een of ander goede doel hebben gehaald, alles zo goedkoop mogelijk willen hebben en daar nog over op lopen te scheppen ook, van die lui die denken dat ze er uit zien als de locals maar er in werkelijkheid uitzien als lachwekkende vogelverschrikkers zonder enige vorm van zelfrespect. Dit soort bekpekkers worden trouwens in het geheel niet geaccepteerd door een Indonesier, en worden achter hun rug uitgelachen en compleet voor lul gezet, en terecht hoor persoonlijk vind ik dit soort reizigers een afschuwelijk soort volk, loop er als het kan met een grote boog omheen).

Daar stonden we dan aan de reling. Ondertussen was het al bijna 6 uur, veel viel er niet meer te zien, terwijl we van Bali wegvaarde werd het snel donker, Vliegtuigen zagen we in de verte opstijgen en landen, terwijl we Bali achter ons lieten en naar Lombok vaarde voor de eerste stop van de reis.
(bersambung)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten