maandag 2 november 2009

Inschepen in Benoa (Bali), met de Pelni naar Sumba.




Aangekomen in de haven kwam ik in een grote georganiseerde chaos terecht, iedereen liep of lag door elkaar. Maar op de een of andere manier wist iedereen toch precies wat ze moesten doen of laten. Terwijl ik mij zat af te vragen, wat ik moest doen, waar ik mij moest melden, waar ik mijn ticket moest laten zien. Zette mijn reisgenote zich op haar gemak op een bankje, maakte een praatje met bekenden kortom zij voelde zich helemaal op haar gemak in deze chaos. Natuurlijk kreeg ik ook mijn portie aandacht, een grote blanke op een Pelni boot is nog steeds een bijzonderheid, zeker als je richting oost gaat. Ik kan hier wel als een stoere gozer gaan roepen dat het me helemaal niets deed en me zonder problemen door de menigte bewoog, maar een ieder die in Indonesië rond loopt, weet dat die aandacht overweldigd kan zijn, te veel kan worden en ik voelde mij er eigen erg opgelaten door. Gelukkig was na een uurtje het nieuwe er wel af en werd ik min of meer met rust gelaten. Ondertussen was de boot ook al aan komen varen, dus de aandacht werd toch van mij naar dat schip gelegd.


Nadat het schip had aangelegd begon de grote volksverhuizing, mensen die van boord ging, bagage werd uitgeladen terwijl wij ons steeds verder naar voren probeerde te dringen, waarvoor wist ik nog steeds niet, we hadden toch een ticket. Op het moment dat wij aan boord konden gaan, op zoek naar onze hut begreep ik ineens waarom onze ticket zo goedkoop was. We kwamen namelijk terecht op een slaapzaal voor zo’n 100 mensen onder elkaar. Jankende kinderen, hoesten en rochelende mensen, hoogzwangere vrouwen, kettingrokende mannen, echt alles lag door elkaar. Eenmaal een goed slaapplaatsje te hebben gevonden, een matje op een verhoging, kwamen de porters met de bagage aan en wat die lui allemaal meeslepen ik weet het niet, ons redelijke “comfortabel” hoekje werd al snel omringd door stinkende manden, kooien met kippen en vogeltjes, balen en dozen met onduidelijke lading, ondertussen dacht ik maar aan één ding gezellige boel gaat dat hier worden.


Nadat we dan toch min of meer ons plekje hadden veilig gesteld, ik een beetje onwennig en zenuwachtig heen en weer aan het lopen was, mijn kleine ransel snel had gevuld met al mijn geld, paspoort en fotocamera, zodat ik die dicht bij mij kon houden, gingen we terug naar boven om afscheid te gaan nemen van Bali, natuurlijk constant denkend aan mijn reistas met kleren en of ik die straks niet geplunderd terug zou vinden.


Daar stonden we dan aan de reling. Ondertussen was het al bijna 6 uur, veel viel er niet meer te zien, terwijl we van Bali wegvaarde werd het snel donker, Vliegtuigen zagen we in de verte opstijgen en landen, terwijl we Bali achter ons lieten en naar Lombok vaarde voor de eerste stop van de reis.

Bovenstaand is een gedeelte van mijn reis naar en door Sumba, het volledige verhaal staat hier
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten